Veehouder Lineke Pennings over de voedselboscursus
Een integrale blik en een nieuw netwerk
De 28-jarige boerin Lineke Pennings uit Aalten windt er geen doekjes om: het huidige systeem van landbouw is niet langer houdbaar. “Als je kijkt naar waterkwaliteit, stikstof en het klimaat, dan moet er veel veranderen. Tegelijk moet er ook voedsel verbouwd worden. Dus hoe gaan we dat doen? Het agrarisch systeem is kapot en ik zit daar middenin.
Omdat ik het bedrijf van mijn vader wil overnemen, ben ik een bedrijfsplan aan het ontwikkelen. Daarbij moet ik ook mijn visie formuleren. Niet ‘gewoon doen wat mijn vader deed’, maar wat wil en kan ik doen? En krijg ik het financiële plaatje dan kloppend?”
Mijn bedrijf een rustpunt
Ze valt even stil. “Er zijn zoveel mensen van mijn leeftijd die vastlopen. Ik denk en hoop dat ik daar een deel van een antwoord op kan bieden. Mijn droom is dat mijn boerderij een rustpunt zal zijn. Waar mensen met mentale problemen tot rust kunnen komen. Samen eten is daarvan een belangrijk onderdeel – ik zie dan ook een grote woon-eetkeuken voor me, waar we samen eten van de opbrengst van het voedselbos dat ik nu aan het ontwerpen ben.”
Lineke is dit jaar één van de deelnemers van onze cursus ‘Voedselbosontwerp’. Tijdens deze cursus ontwerpen de deelnemers in acht zaterdagen, tussen maart en oktober dit jaar, een voedselbos voor hun eigen terrein. “Het is één van de nieuwe richtingen die ik onderzoek. Kan een voedselbos een alternatief verdienmodel bieden op de droogtegevoelige zandgrond hier?” Ze vertelt over de afgelopen droge hete junimaand. “We moesten beregenen, en pompten water op van 30 meter diepte. Dat is eigenlijk het water van de toekomstige generaties, hè. Dat doet gewoon zeer.”
“Er zijn zulke enorme, wereldwijde vraagstukken. En ik zit daar middenin.”
Opa
“Wacht, ik pak het even.” Lineke komt tevoorschijn met grote vellen papier in de vorm van het terrein van de boerderij. “De integrale blik die we tijdens de cursus oefenen, is echt anders dan tijdens mijn agrarische opleiding in Dronten. Daar keek ik voor bodemonderzoek gewoon naar wat er in de bodem zit. Nu heb ik hoogteverschillen en windrichtingen in kaart gebracht, en waar de zon op- en ondergaat in zomer en winter. Voor de geschiedenis van het terrein, nog van voor de ruilverkaveling, kon ik veel informatie bij mijn opa van 92 ophalen.”
Eén hoek van het terrein is ingetekend als voedselbos. Maar de plannen gaan verder. De ruimte tussen de stallen en een rommelhoekje (‘Dat is mijn boomhut van vroeger’, wijst ze) zullen ook worden benut voor bijvoorbeeld fruit- en notenbomen. “We gaan kruidenrijk grasland zaaien, dat is droogtebestendiger. Daarvoor krijgen we subsidie. Ook wil ik graag de draden voor het afbakenen van de wei vervangen door heggen.”
Krijg ik de tijd?
Lineke ervaart de urgentie en wil dolgraag toekomstgericht boeren. Maar financieel is het niet gemakkelijk. “Ik wil in transitie met mijn bedrijf. Ik hoop dat de overheid me de tijd geeft om die transitie te maken. Maar omdat alles nu stil lijkt te staan, trek ik mijn eigen plannen. Als de overheid dat wil steunen, bijvoorbeeld met subsidie voor plantmateriaal, dan zou dat heel welkom zijn.”
En de vraag waarmee ze naar de cursus kwam: kan een voedselbos een alternatief verdienmodel bieden? “Het past in de bredere plannen die ik heb. Wat ik ook leuk vind aan de cursus, is dat ik een heel nieuw netwerk opbouw van mensen die op verschillende manieren bezig zijn met voedsel en landbouw. Maar ik zie een risico in particuliere initiatieven die geen financiële doelstellingen hebben voor hun voedselbos. Daar kan ik niet tegenop concurreren. Het risico bestaat dat het concept voedselbos dan een niche blijft met geringe impact op ons voedselsysteem.”